Waarmee kunnen we u helpen?

-

Rechter geeft sturing in de stikstofzaken omtrent bemesten

De bestuursrechter van de rechtbank Overijssel heeft op 11 mei 2022 uitspraak gedaan in 29 beroepen. Alle beroepen zagen op stikstofkwesties. De coöperatie Mobilisation for the Environment (MOB) en Vereniging Leefmilieu hadden de beroepen ingesteld. MOB en Vereniging Leefmilieu vinden onder andere dat de provincie ten onrechte niet handhavend optreedt tegen het beweiden en bemesten zonder natuurvergunning en PAS-melders. Ook hebben MOB en Vereniging Leefmilieu beroep ingesteld tegen wel afgegeven natuurvergunningen.

De rechtbank geeft in de uitspraken een algemeen kader over beweiden en bemesten. Tevens geeft de rechtbank een aantal oordelen weer in de uitspraak. De oordelen maken dat uiteindelijk een duidelijk richting wordt gegeven voor de provincie. Wij gaan kort in op de uitspraak met betrekking tot bemesten.

De discussie

De discussie ziet erop dat MOB en de Vereniging Leefmilieu van oordeel zijn dat veehouderijen ten onrechte zonder daartoe strekkende natuurvergunning bemesten. De rechtbank oordeelt dat de beroepen van de MOB en de Vereniging Leefmilieu gegrond zijn. Volgens de rechtbank heeft de provincie onvoldoende onderzocht of bemesten (en beweiden) significante gevolgen kan hebben op nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Slechts wanneer uitgesloten kan worden dat een activiteit, zoals bemesten, significant negatieve gevolgen heeft op nabijgelegen Natura-2000 gebieden geldt geen vergunningplicht. De provincie moet het onderzoek nu alsnog doen.

Referentiesituatie

Allereerst heeft de rechtbank een oordeel gegeven over de situatie waarmee een vergelijk moet worden gemaakt; de referentiesituatie. De referentiesituatie moet als nulpunt dienen om te beoordelen of significant negatieve effecten uitgesloten zijn.

Algemene regels bij ontbreken van toestemming

Volgens de rechtbank moet, in het geval de referentiesituatie niet kan worden ontleend aan een natuurvergunning of milieurechtelijke toestemming voor de activiteit, de referentiesituatie worden ontleend aan algemene regels. Hiervoor worden de planologische regels, zoals het bestemmingsplan, genoemd. De rechtbank vindt steun voor dit oordeel in jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Wel of geen feitelijk gebruik?

Vervolgens oordeelt de rechtbank dat het feitelijk gebruik van zowel tijdens als nadien de referentiedatum relevant is. Bij een toestemming op slechts algemene regels heeft geen individuele beoordeling plaatsgevonden en is ook geen concrete toestemming verleend voor een bepaalde activiteit (zoals bemesten). Wanneer je wel van de onbeperkte toestemming zou uitgaan, zou dat betekenen dat nooit toename is in stikstofdepositie terwijl dat in de praktijk wel degelijk zo kan zijn.

Samengevat oordeelt de rechtbank dus dat de referentiesituatie, indien een vergunning voor het bemesten ontbreekt, de toestemming daarvoor kan worden ontleend aan algemene regels. Van belang is echter wel of op de referentiedatum en sindsdien daadwerkelijk werd bemest en hoeveel er werd bemest. Niet relevant is of het bemesten altijd door dezelfde ondernemer is gedaan.

Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

De provincie stelt dat de hoogst toegestane mestgift op grond van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet  als plafond moet dienen en níet de situatie op de referentiedatum. De rechtbank volgt het standpunt uit het Tussentijds advies van het Adviescollege Stikstofproblematiek van 19 december 2019. Het standpunt houdt in dat ammoniakemissie bij het produceren en aanwenden van mest generiek lager is sinds de referentiedatum. De rechtbank gaat ervan uit dat veehouderijen de ruimte volledig benutten. Indien dat wordt gedaan is dat de referentiesituatie, omdat dit de kleinst mogelijke toestemming is.

Het adviescollege heeft op het uitgangspunt twee uitzonderingen genoemd:

  • De situatie waarbij sprake is van een structurele verandering van het grondgebruik;
  • Als gronden na de referentiedatum in landbouw zijn gebracht en dus toen niet en nu wel bemest worden.

Tevens wordt een uitzondering gevonden in de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland 22 september 2021.

  • De mogelijkheid dat een veehouderij de aanwendingsnorm voor bemesten niet volledig heeft benut ten tijde van de referentiedatum of daarna.

Gevolg hiervan is dat op niveau van iedere individuele veehouder moet worden onderzocht of sprake is van een van de uitzonderingssituaties. Het is aan de provincie om dit onderzoek uit te voeren.

Conclusie

Met deze uitspraak geeft de rechtbank duidelijk sturing in het (gevoelsmatige) doolhof van de stikstofdiscussie. De provincie kan nu heel gericht onderzoek doen bij de veehouderijen en daarop haar besluit baseren.

Meer weten?

Wilt u meer weten over stikstofproblematiek, neem dan contact met ons op. Jan Teun Fuller, Jasminke Meester en Kristian Weinans helpen u graag verder.

Jasminke Meesterauteur:
Jasminke Meester
jhmeester@benthemgratama.nl
+31 (0)6 820 539 52

 

Jan Teun FullerJan Teun Fuller
jtfuller@benthemgratama.nl
+31 (0)6 510 062 23

 

Kristian WeinansKristian Weinans
kmweinans@benthemgratama.nl
+31 (0)6 450 741 75

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten