Dat bij een echtscheiding een bijdrage voor de kinderen moet worden vastgesteld, is voor alle ouders eigenlijk wel duidelijk. De kinderen moeten immers nooit de dupe worden van keuzes van hun ouders. Ouders zijn op grond van de wet onderhoudsplichtig voor hun kinderen, totdat zij 21 jaar zijn.
Voor het vaststellen van kinderalimentatie kijk je eerst naar de behoefte van het kind.
Deze behoefte is afhankelijk van:
Vervolgens wordt vastgesteld over hoeveel draagkracht de beide ouders beschikken. Ouders moeten naar rato van hun draagkracht in de behoefte van de kinderen bijdragen.
In de loop der tijd kan het zo zijn dat de eenmaal vastgestelde onderhoudsbijdrage in de vorm van kinderalimentatie niet langer voldoet aan de wettelijke maatstaven. Er kan een verandering zijn in bijvoorbeeld het inkomen van een ouder of de gezinssamenstelling. De wet geeft je de mogelijkheid om de rechtbank te vragen de onderhoudsbijdrage te wijzigen. Hierbij is het zaak dat wij je helpen de juiste argumenten op een rij te zetten.
Jaarlijks wordt de hoogte van de kinderalimentatie ‘geïndexeerd’, tenzij je andere afspraken hebt gemaakt, of de rechter anders heeft bepaald. De minister van Justitie kijkt voor het vaststellen van het percentage naar het loonindexcijfer. Dit cijfer wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek gebaseerd op de salarisontwikkelingen in het bedrijfsleven en bij de overheid.
De stiefouder is gedurende het huwelijk onderhoudsplichtig voor de stiefkinderen die tot zijn gezin behoren.
In de situatie dat er geen alimentatie wordt betaald, terwijl deze verplichting wel door de rechtbank is vastgelegd, kan het LBIO (Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen) worden ingeschakeld. Bekijk op de website van het LBIO de voorwaarden voor incassering door het LBIO. Ook is het mogelijk een deurwaarder te benaderen voor inning van alimentatie.