Waarmee kunnen we u helpen?

-

Eerste ervaringen met de Omgevingswet: de knip tussen de technische en ruimtelijke bouwactiviteit

Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. De invoering van deze wet werd omschreven als de grootste wetswijziging sinds het invoeren van de Grondwet in 1848. Afgelopen jaar werd de praktijk voor het eerst geconfronteerd met de Omgevingswet. In deze reeks gaan we in op onze eerste ervaringen met de Omgevingswet en wat dit voor de praktijk betekent. Elke week zullen wij een onderwerp uitlichten en bespreken. In het vijfde artikel van deze reeks zal worden ingegaan op de knip tussen de technische en ruimtelijke bouwactiviteit.

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het opknippen van de omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten een belangrijke wijziging voor de bouwpraktijk. Onder de Omgevingswet is de technische omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit losgeknipt van de ruimtelijke omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van deze verandering en komt de eerste praktijkervaring aan bod.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit onder het oude recht werd in dezelfde procedure aan zowel de bouwtechnische regels als aan de ruimtelijke aspecten getoetst op basis van één ingediend bouwplan. Uit de systematiek van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) volgde een algemeen verbod op het bouwen van een bouwwerk zonder omgevingsvergunning. Uitzonderingen op deze vergunningplicht werden ‘positief’ aangewezen in het onderliggende Besluit omgevingsrecht (Bor).

Omgevingswet

Onder het huidige recht is de vergunning opgeknipt in een technische omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit en een ruimtelijke omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit. Wat betreft de technische omgevingsvergunning worden, in tegenstelling tot het oude recht, nu de bouwactiviteiten die vergunningplichtig zijn actief aangewezen. De aanwijzing van vergunningplichtige bouwwerken en de uitzondering op de aanwijzing zijn nu neergelegd in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het ruimtelijke deel van deze toets is van deze technische omgevingsvergunning losgeknipt en wordt als onderdeel van de bruidsschat toegevoegd aan het omgevingsplan. Als voor een bouwplan zowel een technische als een ruimtelijke omgevingsvergunning nodig is, kunnen beide – omwille van de efficiëntie – wel in één keer worden aangevraagd.

Aandachtspunten voor de praktijk

De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland wees op 29 augustus 2024, gezien de knip, op het belang van een duidelijk onderscheid in de aangevoerde gronden. In deze zaak heeft de verzoeker namelijk onder andere aangevoerd dat het te realiseren bouwwerk niet zou voldoen aan de technische bouweisen. Dit terwijl de aanvraag en het bestreden besluit, door de knip, niet (meer) zien op de technische bouwactiviteit. In het kader van de omgevingsplanactiviteit werd het bouwwerk enkel getoetst aan de ruimtelijke bouwregels van het omgevingsplan. Inhoudelijk ziet de aanvraag en het bestreden besluit op functiewijziging en dus op de vraag of er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.

Het opknippen van de omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten kan ook gevolgen hebben voor het bestaan van een procesbelang. In de uitspraak van de Rechtbank Overijssel op 22 november 2024 oordeelde de rechtbank dat het bouwen, in stand laten en gebruiken van de erfafscheiding zoals door het college is vergund, vanaf 1 januari 2024 geen omgevingsvergunning meer is vereist. Dit betekent dat eisers met het door hen ingestelde beroep niet kunnen bereiken wat zij willen bereiken, te weten dat een grondslag ontstaat om tegen de erfafscheiding handhavend op te treden. Er volgde dan ook een niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank wegens het ontbreken van een procesbelang.

Conclusie

De knip tussen de technische en ruimtelijke activiteit is een ingrijpende wijziging binnen het omgevingsrecht. De knip heeft onder andere gevolgen voor welke bouwactiviteiten vergunningplichtig zijn en welke vergunning vervolgens is vereist. Een gedegen voorbereiding en juridische expertise zijn cruciaal bij aanvragen en eventuele bezwaar- en beroepsprocedure. Onze specialisten bij Benthem Gratama volgen de ontwikkelingen op de voet en staan uiteraard voor u klaar om ondersteuning te bieden bij al uw vragen over de Omgevingswet.

Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met onze collega’s.

Jan Teun Fullerauteurs
Jan Teun Fuller
jtfuller@benthemgratama.nl
+31 (0)6 510 062 23

 

Jop van Heijningen
Jop van Heijningen
jvanheijningen@benthemgratama.nl
+31 (0)6 822 552 88

 

Jeroen van den Hoorn
jvandenhoorn@benthemgratama.nl
+31 (0)6 830 241 61 

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten