Op 22 januari 2025 heeft de rechtbank in Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van Greenpeace tegen de Staat der Nederlanden. De rechtbank beveelt de Staat zich aan het wettelijke stikstofdoel voor 2030 te houden. Gezien deze uitspraak is de vraag hoe groot de gevolgen zullen zijn voor de veehouderij.
De rechtbank is van oordeel dat de Staat onrechtmatig handelt door zich onvoldoende in te spannen om de verslechtering van de natuur in Natura-2000 gebieden te stoppen en de wettelijke stikstofdoelen te halen. Het bevel aan de Staat luidt dat het 50% van het oppervlakte van de stikstofgevoelige natuur uiterlijk op 31 december 2030 onder de kritische depositie waarden moet brengen. Partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan, maar de rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dat wil zeggen dat de regering onmiddellijk moet beginnen met het uitvoeren van het vonnis.
Bij ongewijzigd beleid zal het stikstofdoel van 2030 zeer waarschijnlijk niet gehaald worden. Nieuwe maatregelen bovenop het bestaande beleid zijn daarom nodig om het doel te halen. Daarbij overweegt de rechtbank dat het aan de regering is om invulling te geven aan dit bevel door te bepalen met welke maatregelen ze het doel willen halen. Wel is duidelijk dat het schrappen van de maatregelen die de afgelopen jaren zijn genomen door de rechter als een ‘stap terug’ wordt gezien.
Vooralsnog zet de regering in op vrijwillige uitkoop en innovatie. Het is de vraag met welke extra maatregelen de regering gaat komen en hoe hard zal worden ingegrepen in de veehouderij. In ieder geval zal de regering rechtszekerheid moeten bieden door snel met een structurele oplossing te komen voor de stikstofproblematiek.
auteur
Jan Teun Fuller
jtfuller@benthemgratama.nl
+31 (0)6 510 062 23