Als een werknemer arbeidsongeschikt is, dan is dat voor beide partijen uiteraard een vervelende situatie. Het is niet uitzonderlijk dat er tijdens de re-integratie een arbeidsconflict ontstaat: de werkgever wil dat de werknemer snel weer aan het werk gaat en de werknemer wil niet (te snel) aan het werk vanwege zijn gezondheid. Als de werkgever dan vervolgens via roddelcircuit verneemt dat een werknemer nevenwerkzaamheden verricht tijdens de ziekte, dan kan het soms (goed) fout gaan.
In het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 oktober 2024 was een dergelijke situatie aan de orde. Een werknemer in dienst van Profile Tyrecenter heeft bij aanvang van de arbeidsovereenkomst met de werkgever afgesproken dat hij ook werkzaamheden voor zijn eigen bedrijf (tevens autobedrijf) mag verrichten. Tijdens de ziekte van de werknemer hoort de werkgever van collega’s geruchten dat de werknemer tijdens ziekte wél soortgelijke werkzaamheden voor zijn eigen autobedrijf verricht, terwijl hij geen re-integratiewerkzaamheden bij de werkgever verricht. Dat vindt de werkgever onaanvaardbaar en schakelt een recherchebureau in.
Was dat wel verstandig?
Op het eerste gezicht wel, zo lijkt het. Het UWV heeft aan de werkgever na twee jaar ziekte toestemming verleend de arbeidsovereenkomst op te zeggen. De werknemer is het op zich eens met zijn ontslag, maar vindt wel dat de werkgever aan hem een billijke vergoeding moet betalen. De werknemer heeft daarom de kantonrechter verzocht aan hem een billijke vergoeding toe te kennen vanwege ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever (o.a. vanwege het inschakelen van een recherchebureau). Dit verzoek is door de kantonrechter afgewezen. Volgens de kantonrechter is namelijk niet komen vast te staan dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door Profile Tyrecenter, of dat zij in strijd met goed werkgeverschap heeft gehandeld. Geen billijke vergoeding dus voor de werknemer.
Ernstig verwijtbaar handelen
Het hof denkt daar wat anders over. In beroep oordeelt het hof namelijk dat Profile Tyrecenter een ontoelaatbare inbreuk op de privacy van de werknemer heeft gemaakt door te snel een recherchebureau in te schakelen. Daarbij hecht het hof veel waarde aan het feit dat de geruchten die hebben ‘rondgezoemd’ over nevenwerkzaamheden tijdens ziekte niet aannemelijk zijn gemaakt door de werkgever. Tevens zijn de geruchten onvoldoende voor een ‘concrete serieuze verdenking’ die het inschakelen van een recherchebureau zou rechtvaardigen. In plaats van het inschakelen van een onderzoeksbureau had Profile Tyrecenter het gesprek met de zieke werknemer moeten aangaan en aan de werknemer moeten vragen of de geruchten enige waarheid bevatten. Afhankelijk van de reactie van de werknemer, had Profile verdere actie kunnen ondernemen. Het inschakelen van het recherchebureau was in de gegeven omstandigheden buitenproportioneel aldus het hof.
Ook vindt het hof de werkwijze van het recherchebureau onzorgvuldig. Zo heeft het recherchebureau een medisch oordeel gegeven, terwijl dat evident voorbehouden is aan de bedrijfsarts. Daarnaast valt op de werkwijze van het recherchebureau (ten aanzien van transparantie over de te hanteren aanpak en vastlegging van de onderzoeksbevindingen) wel het één en ander aan te merken.
Het hof wijst er ten overvloede nog op dat Profile Tyrecenter zich vooraf het moeten laten informeren over de aanpak en werkwijze van het recherchebureau, dit onder meer om de aantasting van de persoonlijke levenssfeer van de werknemer tot een minimum te beperken. Dat heeft Profile niet gedaan. Sterker nog: Profile Tyrecenter heeft zelf de privacyregels aan haar laars gelapt door – zonder dat daarvoor enige wettelijke grondslag bestond – bij opdrachtverlening aan het recherchebureau een kopie van het paspoort van de werknemer te overhandigen.
Al met al vindt het hof dat Profile dus wél ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door op basis van ‘rondzoemende’ geruchten een recherchebureau opdracht te geven de werknemer te observeren en dan ook nog zonder zich van de aanpak en werkwijze van het recherchebureau te vergewissen.
Billijke vergoeding
Dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, leidt niet automatisch tot de conclusie dat ook recht bestaat op een billijke vergoeding. Hiervoor is meer nodig, namelijk dat de werknemer door dit handelen langdurig ziek is geworden waardoor de opzegging van de arbeidsovereenkomst in beeld kwam. In deze zaak is daar sprake van volgens het hof en kent aan de werknemer een billijke vergoeding toe van € 17.000 bruto (gelijk aan bijna vier bruto maandsalarissen).
Opvallend is – tot slot – dat het hof naast de billijke vergoeding een bedrag van € 5.000 aan advocaatkosten toekent, terwijl daar in de regel de standaard proceskostenvergoeding voor geldt. De reden dat het hof deze aanvullende vergoeding toekent is erin gelegen dat door het onrechtmatig inzetten van een recherchebureau de arbeidsrelatie verder verslechterd is en de arbeidsongeschiktheid van de werknemer ook. Dit handelen is aldus het hof:
“(…)een schending van goed werkgeverschap die de toekenning van een vergoeding van kosten voor rechtsbijstand rechtvaardigt. Vast staat immers dat [appellant] is geconfronteerd met een grove schending van de persoonlijke levenssfeer en dat hij niet geacht kon worden zelf zijn belangen te behartigen in de buitengerechtelijke fase.(…)”
Kortom: het handelen van de werkgever is niet alleen ernstig verwijtbaar, maar ook in strijd met goed werkgeverschap en dat rechtvaardigt een extra vergoeding voor kosten van rechtsbijstand van de werknemer.
Dit arrest van het hof leert dat het inschakelen van een recherchebureau om een werknemer te observeren uitsluitend (en zeker tijds ziekte) aan de orde is als sprake is van een concrete verdenking (dus niet op basis van rondzoemende geruchten). Ook leert het arrest dat de werkgever zelf verantwoordelijk blijft als hij een recherchebureau inschakelt: hij zal moeten toezien op een deugdelijk en zorgvuldig onderzoek. Als dat niet het geval is, dan kan dat de werkgever duur komen te staan.
Vragen over zieke werknemers, re-integratie, het inschakelen van een recherchebureau om werknemers te observeren?
Better safe than sorry: neem (eerst) contact met onze arbeidsrechtadvocaten op!
auteur:
Stéphanie Heijtlager
sheijtlager@benthemgratama.nl
+31 (0)6 820 068 29