Op 3 april 2023 heeft minister Karien van Gennip een brief gestuurd aan de Tweede Kamer, waarin zij opvolging geeft aan haar eerdere brief van 5 juli 2022. Volgens Van Gennip is het cruciaal om de arbeidsmarkt te hervormen. Werk is een cruciale schakel in onze samenleving, zowel individueel als collectief. Het kabinet constateerde in de brief van 5 juli 2022 dat de huidige arbeidsmarkt niet meer leidt tot de gewenste resultaten, want de huidige regels rondom werk kunnen ervoor zorgen dat bedrijven onvoldoende wendbaar zijn en sommige mensen onvoldoende werk- en inkomenszekerheid hebben. In brief van 3 april jl. worden de hoofdlijnen geschetst van het arbeidsmarktpakket en de bijbehorende maatregelen die zij de komende jaren wil gaan doorvoeren om de arbeidsmarkt te hervormen.
In deze bijdrage wordt een aantal hoofdlijnen van de voorgestelde wijzigingen van het ‘arbeidsmarktpakket’ besproken.
(Contracts)zekerheid
Omdat vaak niet op basis van de praktijk voor de juiste contractsvorm wordt gekozen (schijnzelfstandigheid), is het voornemen de om meer zekerheid te bieden over de contractsvorm van de ‘werker’. Daarbij is het vooral het doel om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Een van de maatregelen die daarom wordt doorgevoerd is het afbouwen van de zelfstandigenaftrek. Daarmee wordt het voor schijnzelfstandigen minder aantrekkelijk om als schijnzelfstandige arbeid te verrichten (zzp’er). Aan werkgeverskant wordt de regelgeving omtrent tijdelijke arbeidsovereenkomsten aangescherpt en worden de kosten en risico’s van werkgevers in vaste arbeidsrelaties verlaagd. Verder wordt er een vast ZZP-tarief voorgesteld, om de zwakke onderhandelingspositie van werkenden te versterken.
Karien van Gennip stelt in haar brief een aantal maatregelen voor om de zekerheid voor werkers (en werkgevers?) te bevorderen:
Minister van Gennip heeft daarnaast het voornemen om de lasten in het kader van re-integratie van zieke werknemers voor kleine en middelgrote werkgevers (t/m 100 werknemers) te verlichten, althans hen sneller duidelijkheid te geven over de re-integratie binnen de eigen onderneming. Binnen kleine en middelgrote ondernemingen zijn in de regel minder mogelijkheden om duurzaam te re-integreren voor zieke werknemers. Er wordt daarom voorgesteld dat na het eerste ziektejaar werkgever en werknemer samen kunnen afspreken dat zij de re-integratie in het eerste spoor afsluiten. In het tweede ziektejaar hoeft dan uitsluitend nog ingezet te worden op re-integratie in het tweede spoor. Als de werknemer niet instemt met afsluiting van het eerste spoor, dan kan de werkgever het UWV om toestemming vragen het eerste spoor af te sluiten. Het UWV toetst daarbij op drie onderdelen:
Het laatste onderdeel hoeft niet getoetst te worden als de werknemer aan het einde van het eerste ziektejaar in het geheel nog niet aan het werk is.
Let wel: werkgever blijft gedurende twee jaar verantwoordelijk voor de re-integratie en de loondoorbetaling van de zieke werknemer!
Om ondernemingen wendbaar te houden in tijden van crisis wordt er een ‘Crisisregeling Personeelsbehoud’ geïntroduceerd. Werkgevers kunnen bij 20% minder werk als gevolg van een crisis (die buiten het gewone ondernemersrisico valt) tijdelijk (maximaal 6 maanden) aanspraak maken op deze regeling, om ontslagen te voorkomen. Het gaat er – anders dan bij de NOW soms het geval leek – om levensvatbare bedrijven tijdelijk te ondersteunen.
Van zowel werkgevers als werknemers worden in offers verwacht: de werknemer kan worden herplaatst, of er wordt een loonoffer gedaan.
Het arbeidsrecht is volop in ontwikkeling en brengt ook voor uw onderneming weer nieuwe uitdagingen met zich mee. Heel begrijpelijk als u naar aanleiding van deze ontwikkelingen vragen heeft. Bijvoorbeeld over hoe u op deze eventuele wijzigingen kunt anticiperen. Neem hierover gerust contact op met een van onze arbeidsrechtadvocaten.
De ontwikkelingen en wetsvoorstellen houden wij uiteraard voor u in de gaten.
auteur:
Stéphanie Heijtlager
sheijtlager@benthemgratama.nl
+31 (0)6 820 068 29