Op de afwikkeling van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd, is de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding van toepassing. Het uitgangspunt is dat de helft van het ouderdomspensioen dat door ex-echtgenoten tijdens het huwelijk is opgebouwd, tussen hen wordt verdeeld. Deze verdeling wordt ”verevening” genoemd. Belangrijk is dat het recht op een deel van het ouderdomspensioen van de ander gekoppeld blijft aan diens pensioenvoorwaarden en dat bij overlijden van de vereveningsgerechtigde het ouderdomspensioen weer aanwast bij degene die het heeft opgebouwd.
Ex- echtgenoten zijn vrij om andere afspraken te maken. Zo kunnen zij kiezen voor verevening in een andere verhouding, kunnen zij afzien van verevening, of kunnen zij kiezen voor conversie. Binnen twee jaar na echtscheiding moet aan de pensioenuitvoerder doorgegeven worden als wordt afgeweken van de standaardregel. Indien binnen deze termijn de wijze van afwikkeling aan de pensioenuitvoerder wordt doorgegeven, verkrijgen ex-echtgenoten in het geval van verevening een rechtstreekse aanspraak op een uitkering jegens de pensioenuitvoerder en zijn zij voor uitbetaling niet afhankelijk van de ex-echtgenoot.
Op de huidige wet bestaat kritiek. Men vindt standaardverevening niet van deze tijd, er zijn geen uniforme rekenregels, men vindt het bezwaarlijk om binnen twee jaar na echtscheiding de pensioenuitvoerders te moeten informeren, etcetera. Er is een wetsvoorstel ingediend om de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding, te wijzigen naar de zogenaamde Wet pensioenverdeling bij scheiding. Dit wetsvoorstel bevat nieuwe regels voor de verdeling van pensioen bij scheiding. De inwerkingtreding van deze nieuwe wet is onlangs uitgesteld tot 1 januari 2027. Toch is het goed om op de hoogte te zijn van de veranderingen onder de nieuwe wet.
Op grond van de nieuwe wet wordt conversie de standaardregel. Conversie van pensioenen betekent dat een deel van het ouderdomspensioen van de ene ex-echtgenoot samen met het nabestaandenpensioen (“bijzonder partnerpensioen” genaamd) definitief wordt omgezet in een eigen ouderdomspensioen voor de andere ex-echtgenoot. Dit ouderdomspensioen keert uit, zodra deze ex-echtgenoot zelf met pensioen gaat. Voor de uitkering van het ouderdomspensioen is de ene ex-echtgenoot na conversie dus niet meer afhankelijk van het moment waarop de andere ex-echtgenoot met pensioen gaat.
Conversie kan nadelig zijn omdat op het moment van overlijden van de ex-echtgenoot geen recht op het afgestane deel van het nabestaandenpensioen meer bestaat. Ook kan de ex-echtgenoot die met conversie definitief afstand heeft gedaan van een deel van het door hem / haar opgebouwde ouderdomspensioen, bij overlijden van de andere ex-echtgenoot geen aanspraak meer maken op dit afgestane deel.
Zodra de nieuwe wet in werking treedt, wordt conversie automatisch verwerkt. Ook onder de nieuwe wet is het mogelijk om in overleg afwijkende afspraken te maken. Wilt u samen afwijken van de nieuwe standaardregel? Dan moet u dat in principe binnen zes maanden na inschrijving van de echtscheiding aan de pensioenuitvoerder doorgeven. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de verdelingsgerechtigde verzoekt om het bijzonder partnerpensioen niet te converteren, zodat die aanspraak in stand wordt gehouden. Ook kan worden afgezien van conversie zodat iedere ex-echtgenoot de door hem / haar opgebouwde pensioenen behoudt, of is een afwijkende verdelingsperiode of een afwijkend verdelingspercentage mogelijk.
Heeft u vragen over uw pensioenafwikkeling in het kader van uw echtscheiding? Neem dan gerust contact op met Team Familierecht! Wij helpen u graag.