Op 1 juli 2024 treedt de Wet vaste huurcontracten (hierna: de ‘Wvh’) in. Dat is bekend gemaakt op 11 juni 2024. Op basis van de Wvh kunnen verhuurders van zelfstandige woonruimtes en van onzelfstandige woonruimtes straks alleen nog maar huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd aanbieden, op enkele uitzonderingsgevallen na. De uitzonderingsgevallen zullen zijn te vinden in het ‘Besluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomst’(hierna: het ‘Besluit’). In deze blog zal ik kort bespreken wat op dit moment de mogelijkheden zijn voor het sluiten van huurovereenkomsten voor bepaalde tijd en welke mogelijkheden er zijn onder de Wvh.
Huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd worden de norm
De wet geeft op dit moment nog de mogelijkheid om bij zelfstandige woonruimte een huurovereenkomst aan te gaan voor de duur van twee jaar of korter. Bij onzelfstandige woonruimte (kamers) kan nog een huurovereenkomst worden aangegaan voor vijf jaar of korter.
Nadat de bepaalde tijd is verstreken dient de huurder, na daartoe deugdelijk te zijn aangezegd, de huurwoning te verlaten. De huurder komt dan geen beroep op huurbescherming toe. Deze huurbescherming geniet een huurder die huurt voor een onbepaalde tijd wel. De mogelijkheid voor tijdelijke verhuur komt vanaf de inwerkingtreding van de Wvh (per 1 juli 2024) te vervallen. Dit betekent dat meer huurders dus huurbescherming zullen genieten. Voor een verhuurder betekent de Wvh bijvoorbeeld dat het beëindigen van een huurovereenkomst veel lastiger wordt. Een contract met een huurder voor onbepaalde tijd kan namelijk slechts worden opgezegd indien een speciale, wettelijke opzeggingsgrond aanwezig is. Een dergelijke grond is niet snel aanwezig. Een verhuurder heeft er dus baat bij om goed in de gaten te houden wanneer nog wel de mogelijkheid voor tijdelijke verhuur bestaat.
Mogelijkheden voor tijdelijke verhuur onder de Wvh
In de volgende (versimpeld aangegeven) gevallen is tijdelijke verhuur mogelijk volgens het Besluit:
Nieuwe mogelijkheden
Zoals gezegd, dient een opzeggingsgrond aanwezig te zijn om een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd te kunnen opzeggen. Deze opzegginsgronden staan limitatief opgesomd in de wet. Aan dit wetsartikel zal een extra opzeggingsgrond worden toegevoegd, namelijk de grond dat een huiseigenaar die gaat samenwonen en daarom zijn eigen woning tijdelijk wil gaan verhuren om te kijken of de samenwoning bevalt, de huurovereenkomst kan opzeggen zodra hij besluit dat de proefsamenwoning is geslaagd en hij zijn woning wil verkopen.
Tot slot zal de in art. 7:274 lid 1 sub c BW opgenomen opzeggingsgrond ‘dringend eigen gebruik’ worden verruimd zodat huiseigenaren de huurovereenkomst kunnen opzeggen indien zij de woning willen verhuren aan een bloed- of aanverwant in de eerste graad (kind of ouder).
Verdere mogelijkheden van tijdelijke verhuur
Naast de mogelijkheden die zijn opgenomen in het Besluit, zullen ook nog de volgende mogelijkheden tot verhuur voor bepaalde tijd blijven bestaan:
Overgangsrecht
De inwerkingtreding van de Wvh zal geen gevolgen hebben voor huurovereenkomsten die vóór inwerkingtreding zijn aangegaan.
Samenvatting
Vanaf 1 juli 2024 is het niet meer mogelijk om huurovereenkomsten voor de duur van twee of vijf jaar aan te gaan, behalve in de in het Besluit te noemen gevallen. Huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd zijn lastig te beëindigen. Het is voor verhuurders daarom belangrijk om in de gaten te houden in welke gevallen zij wel een huurovereenkomst voor bepaalde tijd kunnen aanbieden.
Vragen?
Heeft u naar aanleiding van deze blog nog vragen? Neem contact op met de sectie Bouw & Vastgoed. Zij helpen u graag verder.
auteur:
José de Groot
+31 (0)6 824 494 71
jdegroot@benthemgratama.nl