Waarmee kunnen we u helpen?

-

Wet goed verhuurderschap

Vanaf 1 juli 2023 is de Wet goed verhuurderschap (hierna te noemen: ‘Wgv’) van kracht. Het doel van de Wgv is het voorkomen en bestrijden van ongewenste verhuurderspraktijken. Daarbij kunt u denken aan vormen van intimidatie, discriminatie en bedreiging, maar ook aan slecht onderhoud van panden, waardoor de veiligheid en gezondheid van huurders in het geding is of de leefbaarheid in de woonomgeving wordt aangetast. De wet introduceert een norm voor goed verhuurderschap en een informatieplicht voor de verhuurder. Daarnaast geeft de Wgv gemeenten bevoegdheden om ongewenste vormen van verhuurderschap te voorkomen en tegen te gaan.

Basisnormen en informatieplicht voor verhuurders

Een verhuurder van een woon- of verblijfsruimte dient in overeenstemming te handelen met de regels van goed verhuurderschap, zo volgt uit de Wgv. Samengevat wordt onder ‘goed verhuurderschap’ verstaan dat een verhuurder:

  1.  Niet mag discrimineren, door
     a)  het hanteren van een heldere en transparante selectieprocedure;
     b)  het gebruiken van objectieve selectiecriteria bij aanbieden van de woonruimte;
     c)  de keuze voor de gekozen huurder te motiveren;
  2.  Niet mag intimideren;
  3. Niet meer dan tweemaal de kale huurprijs als waarborgsom in rekening mag brengen;
  4. De huurovereenkomst schriftelijk vastlegt;
  5. De huurder schriftelijk informeert over:
    a)  de rechten en plichten van de huurder;
          i)   de huurder mag de woning alleen gebruiken zoals met de verhuurder is afgesproken;
          ii)  de verhuurder mag als uitgangspunt de woning alleen met toestemming van de huurder betreden;
           iii)  de verschillende soorten huurovereenkomsten met de bijbehorende huur- en huurprijsbescherming;
           iv)  wat de huurder kan doen als de woning gebreken heeft;
            v)  een overzicht van waarvoor de huurder naar de Huurcommissie kan of naar de kantonrechter;
            vi)  de contactgegevens van het gemeentelijk meldpunt;
    b)  de hoogte van en de regels over (terugbetaling van) de waarborgsom;
    c)  de contactgegevens waar de huurder terecht kan met vragen;
    d)  indien servicekosten in rekening worden gebracht, de betalingsverplichting van de huurder waarbij geldt dat jaarlijks een volledige kostenspecificatie aan de huurder dient te worden verstrekt; en
  6. Geen servicekosten in rekening mag brengen die niet in overeenstemming zijn met de wet.

Verder zijn er nog twee aparte basisnormen voor twee specifieke situaties:

  1. Een verhuurbemiddelaar mag geen bemiddelingskosten aan zowel de verhuurder als de huurder in rekening te brengen;
  2. Bij verhuur van een verblijfsruimte aan arbeidsmigranten moet een afzonderlijke arbeidsovereenkomst zijn opgesteld. Daarbij moet de verhuurder de huurovereenkomst en aanvullende informatie verstrekken in een taal zijn waaraan de arbeidsmigrant de voorkeur geeft, tenzij een andere taal kan worden gebruikt waarin hij helder kan communiceren.

De informatieplicht geldt (direct) voor huurovereenkomsten die gesloten worden na 1 juli 2023. Het is dus belangrijk dat de verhuurder direct de juiste informatie bij de huurovereenkomst voegt. De informatieplicht geldt echter ook voor bestaande huurovereenkomsten. Verhuurders (ook particuliere verhuurders) dienen voor 1 juli 2024 de voornoemde informatie aan de huurder te verstrekken. Doen zij dat niet, dan kan de huurder hierover klagen bij de gemeente. Mocht u een document willen dat u kunt toesturen aan de huurder, waarmee u kunt voldoen aan uw informatieverplichting, neem dan contact met ons op.

Handhaving

Elke gemeente moet vanaf 1 januari 2024 een meldpunt hebben waar huurders terecht kunnen met klachten over ongewenst verhuurdergedrag. Het college van burgemeesters en wethouders (B&W) heeft verschillende bevoegdheden om handhavend op te kunnen treden. Voor het handelen in strijd met de basisnormen kan een last onder bestuursdwang of een bestuurlijke boete worden opgelegd van maximaal € 22.500. Indien binnen vier jaar deze normen nogmaals worden overtreden kan de bestuurlijke boete oplopen tot € 90.000. Bij een derde overtreding binnen drie jaar kan de verhuurder worden verplicht om de woning aan het college van B&W in beheer te geven. Indien er naar het oordeel van het college van B&W noodzakelijke voorzieningen en aanpassingen moeten worden verricht, zal zij dat doen en daarvoor kosten in rekening brengen bij de verhuurder. Ook moet de verhuurder gedurende de inbeheername een beheervergoeding betalen. De inbeheername wordt pas beëindigd indien de verhuurder met een plan aannemelijk heeft gemaakt in de toekomst te zullen handelen in overeenstemming met de Wgv en de kosten in het kader van de inbeheername zijn vergoed.

Samenvatting

Al met al kent de Wgv ingrijpende gevolgen voor verhuurders van woon- en verblijfsruimte. Het is voor verhuurders belangrijk om kennis te hebben van deze nieuwe normen, zodat hieraan tijdig voldaan kan worden. Voor huurders is het bovendien goed om te weten dat zij sinds de invoering van de Wgv kunnen klagen bij de gemeente indien de verhuurder zich niet aan de basisnormen of de informatieverplichting houdt.

Vragen?

Heeft u naar aanleiding van deze blog nog vragen? Neem contact op met de sectie Bouw & Vastgoed. Wij helpen u graag verder!

Jose de Grootauteur:
José de Groot

+31 (0)6 824 494 71
jdegroot@benthemgratama.nl

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten