De Raad van Arbitrage in bouwgeschillen (RvA) is een onafhankelijke stichting voor rechtspraak die sinds 1907 geschillen beslecht op het gebied van de bouw. De RvA kent verschillende procedures, maar meestal wordt een zogeheten bodemprocedure gestart. Dat is een reguliere, (relatief) uitgebreide procedure. Hieronder besteed ik aandacht aan het algemene verloop van een bodemprocedure en enkele voordelen ten opzichte van een bodemprocedure bij de ‘gewone’ (overheids)rechter. Verder ga ik nog kort in op de kosten in eerste aanleg en wanneer een geschil aan de RvA kan worden voorgelegd.
Verloop van een bodemprocedure
Indiening verzoekschrift of memorie van eis
Een bodemprocedure bij de RvA begint met de indiening van een verzoekschrift of memorie van eis. In dat processtuk worden onder meer genoemd de voor het geschil relevante feiten, de redenen waarom de eisende partij meent dat zij recht heeft op wat zij vordert (de gronden) en de vordering(en) (de eis(en)).
Reactie RvA
Partijen ontvangen bericht van ontvangst van het door de eisende partij ingediende processtuk door de RvA. Aan de verwerende partij worden twee exemplaren van de ingediende stukken toegezonden als de eisende partij dat nog niet heeft gedaan.
Waarborgsom
Vervolgens wordt de eisende partij verzocht een waarborgsom te storten. De waarborgsom is bedoeld als zekerheid voor de RvA. Te zijner tijd worden de kosten van de RvA daarmee verrekend. Uiteindelijk wordt in het vonnis echter bepaald welke partij welke kosten dient te dragen. Een kostenveroordeling kan maken dat de verwerende partij de waarborgsom (deels) moet ‘terug’betalen aan de eisende partij.
Memorie van antwoord
Pas wanneer de RvA de waarborgsom heeft ontvangen, wordt de verwerende partij in de gelegenheid gesteld om een memorie van antwoord in te dienen. Dat betreft een eerste (schriftelijke) reactie op het door de eisende partij ingediende processtuk. De verwerende partij kan in de memorie van antwoord ook een tegeneis opnemen.
Nadere memories (van repliek en dupliek)
Partijen krijgen na de memorie van antwoord meestal de gelegenheid om nogmaals op elkaars processtukken te reageren. De eisende partij mag dan reageren op de memorie van antwoord met een memorie van repliek en de verwerende partij mag daar dan weer op reageren met een memorie van dupliek. Deze (tweede) schriftelijke ronde blijft echter achterwege als de (geschatte) eis in hoofdsom lager is dan € 5.000,-.
Mondelinge behandeling
Na de schriftelijke ronde(n) volgt een fysieke zitting: de mondelinge behandeling. Het doel daarvan is het verkrijgen van nadere informatie in aanvulling op het (papieren) procesdossier. Partijen krijgen tijdens de mondelinge behandeling de gelegenheid om hun kant van de zaak nader toe te lichten. De mondelinge behandeling wordt vaak gehouden in de buurt van het werk waar het geschil op ziet. Een bezichtiging kan dan ook plaatsvinden. Dat heeft als voordeel dat de RvA zelf bijvoorbeeld (vermeende) gebreken in of aan het werk kan bekijken. Bezichtiging kan de RvA dus ook extra inzicht en verduidelijking geven.
Vonnis
De RvA zal een vonnis wijzen (uitspraak doen) als het partijen niet is gelukt om tussentijds een minnelijke regeling (schikking) te treffen. Afhankelijk van de werkvoorraad en het aantal met voorrang te behandelen spoedzaken wordt het vonnis binnen enkele weken of maanden uitgereikt.
Hoger beroep?
Het arbitragereglement van de RvA bepaalt dat iedere partij in beginsel hoger beroep in kan stellen. In principe moet dat binnen drie maanden na de dag van dagtekening van het vonnis dat in eerste aanleg is gewezen. Van belang is dat hoger beroep niet mogelijk is als het vonnis niet vatbaar zou zijn geweest voor hoger beroep als het was gewezen door de overheidsrechter. Dit is bijvoorbeeld het geval als de vordering in eerste aanleg niet meer beloopt dan € 1.750,-.
Aanbeveling
Bij de RvA kunt u procederen zonder advocaat. Het bouwrecht is echter complex en bij bouwgeschillen zijn de belangen veelal groot. Bovendien zijn de procesrechtelijke regels omvangrijk en gedetailleerd. Het verdient daarom de voorkeur om een ervaren jurist in de arm te nemen. De advocaten van Benthem Gratama advocaten staan u graag bij.
Enkele voordelen ten opzichte van een bodemprocedure bij de ‘gewone’ rechter
Duur
Een bodemprocedure bij overheidsrechter duurt al gauw één á twee jaar. Een bodemprocedure bij de RvA duurt doorgaans korter. Gemiddeld duurt een procedure bij de RvA namelijk een half jaar tot één jaar.
Deskundigheid
Voor de beslechting van bouwgeschillen beschikt de overheidsrechter doorgaans niet over (genoeg) bouwkundige kennis. Daarom acht hij het met enige regelmaat noodzakelijk om zich te laten informeren door een deskundige. Dat zorgt echter voor verder oplopende kosten en veelal voor een aanzienlijke vertraging van de procedure. De RvA beschikt daarentegen over ruim honderd arbiters, waarvan het overgrote merendeel een bouwkundige achtergrond heeft. Een belangrijk voordeel is dus dat de RvA de benodigde kennis en kunde al ‘in huis heeft’.
Meer discretie
Zittingen bij de overheidsrechter zijn in beginsel openbaar en uitspraken worden vaak gepubliceerd. Uitgangspunt bij de RvA is dat de zitting juist niet openbaar is. Dat is evenwel anders als partijen uitdrukkelijk het tegendeel afspreken. In principe heeft bijvoorbeeld de pers dus geen toegang. Alle uitspraken van de RvA worden uit transparantie-overwegingen in beginsel wel (geanonimiseerd) gepubliceerd, tenzij partijen aangeven dat niet te willen.
Kosten in eerste aanleg
Over het algemeen zijn de kosten voor partijen bij arbitrage hoger dan bij een gang naar de overheidsrechter. Dat wordt vaak als nadeel van arbitrage genoemd. Hoe hoog de kosten exact zullen zijn, is afhankelijk van diverse factoren. Een belangrijke indicator is evenwel de omvang van de ingestelde vordering. Is bijvoorbeeld een vordering ingesteld tot betaling van een bedrag tussen de € 85.000,- en € 100.000,-, dan bedragen de kosten in arbitrage als uitgangspunt € 10.000,-. In datzelfde geval zullen de kosten bij de overheidsrechter – voor een ondernemer – € 2.837,- bedragen.
Wanneer kan een geschil aan de RvA worden voorgelegd?
Overeenkomst tot arbitrage (arbitragebeding)
Partijen moeten een overeenkomt tot arbitrage hebben gesloten (een arbitragebeding zijn overeengekomen) wil de RvA bevoegd zijn om over het geschil te oordelen. Anders is de overheidsrechter bevoegd.
Nadat het geschil is gerezen kunnen partijen ook nog een overeenkomst tot arbitrage sluiten. Het spreekt echter voor zich dat het moeilijker is om overeenstemming te bereiken als er al sprake is van een geschil. Meestal is daarom een arbitragebeding opgenomen in de koop-/aannemingsovereenkomst zelf of de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden. De vaak toegepaste UAV 2012 kent bijvoorbeeld ook een arbitragebeding. Op grond van paragraaf 49 worden geschillen niet voorgelegd aan de overheidsrechter, maar aan de RvA.
Consumentenbescherming
‘Consumenten’ worden beschermd tegen onredelijke bedingen in algemene voorwaarden. In de wet is een zogenaamde ‘zwarte lijst’ opgenomen. Een op die lijst voorkomend beding is (altijd) vernietigbaar. Zo ook een arbitragebeding dat de ‘consument’ geen mogelijkheid biedt om binnen een termijn van één maand te kiezen voor een procedure bij de overheidsrechter. Een geslaagd beroep op vernietiging heeft tot gevolg dat het beding achteraf bezien nooit heeft bestaan en dat daarop geen beroep (meer) kan worden gedaan. Partijen zullen dan dus bij de overheidsrechter moeten procederen.
NB: In de praktijk komt het soms voor dat een bepaalde koop-/aannemingsovereenkomst door de ‘consument’ wordt voorgeschreven en dat daarin algemene voorwaarden van toepassing worden verklaard waarin een arbitragebeding is opgenomen. In een dergelijk geval kan hij (de ‘consument’) geen beroep doen op de zwarte lijst, omdat hij dan in juridische zin de gebruiker van de algemene voorwaarden is. Voor een beroep op de zwarte lijst is het juist nodig dat de wederpartij van de gebruiker ‘consument’ is.
auteur:
Marc Vink
mvink@benthemgratama.nl
+31 (0)6 205 743 39