Waarmee kunnen we u helpen?

-

Paarse vrijdag: vrijheid van godsdienst en meningsuiting en een verstoorde arbeidsverhouding

Op Paarse Vrijdag, een jaarlijkse actiedag waar leerlingen solidariteit met LHBTQIA+-ers kunnen tonen, heeft een docent-assistent mondeling en fysiek duidelijk gemaakt dat de activiteiten van Paarse Vrijdag en homoseksualiteit niet te verenigen zijn met zijn geloof. Als leerlingen hem herhaaldelijk een paars armbandje aanbieden en hij dit weigert, ontstaat er een felle discussie over zijn beweegredenen.

Na enkele gesprekken met de werknemer verzoekt de (overigens christelijke) school aan de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter wijst dit verzoek toe. De werknemer gaat hiertegen in hoger beroep bij het gerechtshof en doet een beroep op de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst.

Wat vindt het hof? Is hier sprake van een gerechtvaardigde inmenging op de vrijheid van godsdienst en vrije meningsuiting? En houdt de ontbinding van de arbeidsovereenkomst stand?

De overwegingen van het hof

Het hof bevestigt dat de uitlatingen van de werknemer vallen onder de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst die beschermd worden door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De vraag die het hof vervolgens moet beantwoorden, is of de school met het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst een toelaatbare inbreuk maakt op deze vrijheden.

Het oordeel van het hof

Het hof oordeelt dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van werknemer een inmenging vormt op zijn vrijheid van meningsuiting en godsdienst, maar vindt wel dat die inmenging in dit geval gerechtvaardigd is.

Hoewel de werknemer zijn uitingen baseert op geloofsbeleving en zelfverdediging tegen leerlingen, acht het hof deze motieven onvoldoende zwaarwegend in verhouding tot andere belangen, zoals het waarborgen van een veilig schoolklimaat. Van werknemer mag loyaliteit en respect worden verwacht tegenover de school en leerlingen, ongeacht hun seksuele geaardheid. De uitlatingen van werknemer op Paarse Vrijdag worden door het hof als schadelijk en disproportioneel beschouwd. Het hof vindt de sanctie van ontbinding van de arbeidsovereenkomst daarom in dit geval proportioneel en laat deze daarom in stand. Daarbij speelt ook mee dat de arbeidsverhouding verstoord is.

Conclusie

In dit geval gaat de veilige leer- en werkomgeving op de school dus voor op de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst van de werknemer. In deze zaak speelde de wijze waarop de werknemer gebruik maakte van zijn vrijheid van meningsuiting wel een belangrijke rol.

Lees in de uitspraak meer over de uitlatingen van de werknemer en de redenatie van het hof.

Jan Jaap Lammersauteur:
Jan Jaap Lammers
jjlammers@benthemgratama.nl
+ 31 (0)6 820 770 53

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten