Waarmee kunnen we u helpen?

-

De rechten van minderjarigen in familierechtelijke procedures

Kinderen hebben het recht om gehoord te worden in een procedure. Dit recht is, samen met het recht van eenieder op toegang tot de rechter, in internationale verdragen neergelegd. Het uitgangspunt van onze wet is dat een minderjarige onbekwaam is om zelf te procederen. Dat betekent echter niet dat minderjarigen geen mogelijkheid hebben om hun stem te laten horen in procedures die hen aangaan. Welke rechten hebben minderjarigen in familierechterlijke procedures?

Het recht om gehoord te worden

Allereerst geldt de regel dat minderjarigen gehoord kunnen worden. Zodra minderjarigen 12 jaar of ouder zijn, moeten zij zelfs door de rechter worden gehoord in zaken die hen betreffen. In procedures over kinderalimentatie heeft een minderjarige het recht om gehoord te worden, zodra hij/zij 16 jaar of ouder is. In de praktijk betekent een kinderverhoor dat een minderjarige door de rechter wordt opgeroepen om in een gesprek te vertellen wat hij/zij vindt. Het kinderverhoor is informeel en duurt kort. Het is de bedoeling dat een kind op zijn/haar gemak is en zich vrij voelt om zijn/haar mening te geven. Informatieve filmpjes voor kinderen die laten zien wat zij van een kinderverhoor kunnen verwachten, zijn te zien op www.rechtspraak.nl. Een kinderverhoor is niet verplicht. Een minderjarige kan er ook voor kiezen om zijn/haar mening schriftelijk (door middel van een brief) kenbaar te maken. De rechter hoeft de mening van het kind niet te volgen, maar kan deze wel betrekken bij de oordeelsvorming.

De (in-)formele rechtsingang

Naast dit recht om gehoord te worden, heeft een minderjarige in bepaalde gevallen een eigen rechtsingang. Onderscheid moet worden gemaakt tussen een formele en een informele rechtsingang.

Formele rechtsingang

De wetgever heeft voor bepaalde specifieke situaties bepaald dat de minderjarige zelf mag procederen. Dit heet een formele rechtsingang. Wel moeten de regels die voor procedures gelden in acht worden genomen en moet een minderjarige zich laten vertegenwoordigen. Voorbeelden zijn zaken die betrekking hebben op het plaatsen van een minderjarige in gesloten jeugdzorg, of zaken waarin een minderjarige onder toezicht is gesteld of uit huis is geplaatst. Minderjarigen van 16 en 17 jaar hebben op grond van de wet meer bijzondere bevoegdheden. Zo kan een minderjarige moeder van 16 jaar of ouder, de rechter vragen om met het gezag over het kind belast te worden.

Informele rechtsingang

Daarnaast hebben minderjarigen in sommige gevallen een informele rechtsingang. Dat betekent dat zij zich in een procedure die hen aangaat rechtstreeks tot de rechter kunnen wenden door het sturen van een brief of e-mail of door te bellen met de rechtbank. Deze informele rechtsingang staat bijvoorbeeld open in procedures waarin de rechter een beslissing gaat nemen over het gezag over de minderjarige, het vaststellen of wijzigen van een omgangsregeling, of waarin de rechter gaat beslissen over eenhoofdig gezag van een ouder na een echtscheiding. De minderjarige kan in deze procedures echter zelf geen aanspraak kan maken op een beslissing van de rechter en kan niet zelf hoger beroep instellen. Wel kan een minderjarige de informele rechtsingang in een door een ouder ingesteld hoger beroep gebruiken, zo is onlangs door de Hoge Raad bepaald.

Bijzonder curator

Ook hebben minderjarigen de mogelijkheid om zich via een bijzonder curator tot de rechter te wenden. Een bijzonder curator behartigt de belangen van de minderjarige. Dat kan in een situatie waarin de belangen van de met gezag belaste ouders in strijd zijn met de belangen van het kind. De rechter kan dan, op verzoek van een minderjarige zelf en, indien dat in het belang van de minderjarige wordt geacht, (ambtshalve) een bijzonder curator benoemen.

Een duidelijke regeling over situaties waarin een minderjarige een eigen rechtsingang heeft, ontbreekt. In de praktijk blijkt dat minderjarigen doorgaans onvoldoende op de hoogte zijn van hun procespositie. Het is voor hen onduidelijk wanneer zij zich wel en wanneer zij zich niet tot de rechter kunnen wenden. Het komt dan ook weinig voor dat minderjarigen gebruik maken van hun (in)formele rechtsingang. Dat verdient, kijkend naar de rechten van kinderen die zijn neergelegd in internationale verdragen, aandacht. Vanuit diverse hoeken wordt de wetgever aangespoord om de rechtspositie van minderjarigen duidelijker in de wet vast te leggen.

Heeft u vragen? Neem dan gerust contact met ons op. Kinderen kunnen zich met vragen ook wenden tot de Kinder – en jongerenrechtswinkel bij hen in de buurt.

Mijke Baetenauteur:
Mijke Baeten
mbaeten@benthemgratama.nl
038 4280077

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten