Afgelopen vrijdag besliste de Hoge Raad dat een werkgever moet meewerken aan een verzoek van zijn werknemer een einde te maken aan zijn “slapende dienstverband”. De volledige uitspraak lees je hier.
Sinds 1 juli 2015 zijn werkgevers bij een beëindiging van een arbeidsovereenkomst van twee jaar of langer de transitievergoeding verschuldigd. Vanaf 1 januari 2020 geldt die verplichting al meteen vanaf aanvang van de arbeidsovereenkomst.
Na twee jaar arbeidsongeschiktheid wegens ziekte van de werknemer eindigt zijn recht op loondoorbetaling. De werkgever kan het dienstverband dan beëindigen, maar is dan wel de transitievergoeding verschuldigd. Daarom kiezen werkgevers er vaak voor om het dienstverband niet te beëindigen. De werkgever hoeft dan geen transitievergoeding te betalen, terwijl er ook geen verplichting is het loon te betalen. Dat heet dan een “slapend dienstverband”.
Veel werkgevers hebben moeite met het betalen van de transitievergoeding, omdat ze bij arbeidsongeschiktheid ook al twee jaar het loon moeten doorbetalen. De wetgever vindt het echter niet gewenst dat er zo veel slapende dienstverbanden bestaan. Daarom is er een wet gekomen waarin is geregeld dat het UWV de transitievergoeding aan werkgevers terugbetaalt (compenseert) als deze een slapend dienstverband beëindigt. Dat is de Wet Compensatie transitievergoeding. Die wet treedt in werking per 1 april 2020, maar ook werkgevers die een slapend dienstverband beëindigen van vóór die tijd komen voor de vergoeding in aanmerking. Tenminste, als de periode van twee jaar arbeidsongeschiktheid eindigde op of na 1 juli 2015.
De Hoge Raad heeft nu beslist dat een werkgever als “goed werkgever” akkoord moet gaan met het voorstel van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer tot beëindiging van de slapende arbeidsovereenkomst. Dat betekent dat die werkgever dan ook de transitievergoeding moet betalen. De achterliggende reden is dat die transitievergoeding aan de werkgever wordt terugbetaald. Daarom komt de werkgever niet meer voor hoge kosten te staan.
De werkgever kan alleen in bijzondere gevallen weigeren om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, bij voorbeeld als hij reële re-integratiemogelijkheden heeft. Dat de werknemer binnen korte tijd zijn AOW-gerechtigde leeftijd bereikt is geen geldige reden. Als een werkgever niet in een keer kan betalen, heeft hij het recht in termijnen te betalen. De transitievergoeding hoeft niet meer te bedragen dan het bedrag dat verschuldigd zou zijn bij het einde van de twee jaar arbeidsongeschiktheid.
Niet iedereen is het met deze uitspraak eens. Tegenstanders wijzen erop dat de transitievergoeding niet is ingevoerd ter aanvulling van het weggevallen inkomen en dat het niet terecht is dat de samenleving als geheel opdraait voor de kosten. Voorstanders vinden dat een werknemer die meer dan twee jaar arbeidsongeschikt is en daarom zijn werk kwijtraakt niet ook nog het wettelijke recht op de transitievergoeding moet verliezen. Voor een zieke werknemer is bovendien geen uitzondering in de wet opgenomen.
Hoe je er ook tegenaan kijkt, het is een realiteit dat werkgevers de plicht hebben om op een verzoek van de werknemer een slapend dienstverband te beëindigen.
Heeft u vragen over dit of een ander arbeidsrechtelijk onderwerp, neem dan gerust contact op met Martijn Limberger of Marjan Peters. Zij helpen u graag verder.
Martijn Limberger
wmlimberger@benthemgratama.nl
038 428 00 84
Marjan Peters
mjgpeters@benthemgratama.nl
038 7501501