Vele melkveehouders hebben bezwaar gemaakt tegen hun fosfaatrechtenbeschikking. Sommige van deze bezwaren hebben uiteindelijk tot een positief resultaat geleid: een wijziging of vernietiging van de fosfaatrechtenbeschikking en een verhoging van het aantal fosfaatrechten. De vervolgvraag die je nu kunt stellen: is het mogelijk om een schadevergoeding te krijgen voor de (kennelijk) verkeerde vaststelling van het aantal fosfaatrechten? In deze blog leggen wij uit aan welke vereisten moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een schadevergoeding.
De vereisten zijn:
1. Een besluit dat onrechtmatig is
Wanneer een bestuursrechter oordeelt dat een besluit vernietigd moeten worden, is de onrechtmatigheid van dat besluit in beginsel gegeven. Dit is anders bij een besluit dat is ingetrokken of herroepen naar aanleiding van een bezwaarschrift. In dat geval gaat het om de reden van intrekking of herroepping. Komt deze herroepping bijvoorbeeld doordat er nieuwe feiten bekend zijn, die ten tijde van het eerste besluit nog niet bekend waren, dan is de kans klein dat er sprake is van een onrechtmatig besluit.
2. Toerekenbaarheid aan de overheid
Toerekenbaarheid betekent zoveel als verantwoordelijkheid voor het onrechtmatige besluit.
3. Schade
De melkveehouder moet (als gevolg van het onrechtmatige besluit) schade hebben geleden. Deze schade moet de melkveehouder aantonen. De schade kan worden vastgesteld door de werkelijke situatie te vergelijken met de situatie waarbij meteen een juist besluit was genomen. Een concreet voorbeeld van mogelijke schade is een melkveehouder die tijdelijk fosfaatrechten heeft moeten leasen.
4. Een causaal (oorzakelijk) verband tussen het besluit en de schade
De schade die de melkveehouder heeft geleden moet het gevolg zijn van het onrechtmatige besluit.
5. Relativiteit
‘Onrechtmatig’ betekent dat er een wettelijke norm is geschonden. Het vereiste van relativiteit houdt in dat de wettelijke norm die geschonden is, tot doel moet hebben om bescherming te bieden tegen de schade die (in dit geval door de melkveehouder) geleden is. Stel dat een besluit vernietigd wordt omdat dit besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen. De norm die in dit geval geschonden is, het zorgvuldigheidsbeginsel, schrijft voor dat het bestuur gedegen onderzoek doet naar de feiten alvorens een besluit te nemen. Het heeft als doel om slordige fouten (en schade als gevolg daarvan) tegen te gaan. In dit voorbeeld is dus aan het relativiteitsvereiste voldaan.
Er zijn verschillende situaties denkbaar waarin het aantal fosfaatrechten aangepast is. Zo zijn er herzieningen naar aanleiding van verschillen tussen de geleverde melk en de daadwerkelijke hoeveelheid geproduceerde melk. Ook zijn fosfaatrechtenbeschikkingen op eigen initiatief van het RVO herzien. Een ander voorbeeld is een toegekende melding bijzondere omstandigheden (de knelgevallenregeling).
Of een melkveehouder aanspraak maakt op een schadevergoeding hangt dus af van verschillende factoren. Elke situatie zal op zichzelf beoordeeld moeten worden. Heeft u te maken gehad met een wijziging van het aantal fosfaatrechten, en denkt u schade geleden te hebben? Wij adviseren u graag over de mogelijkheid tot het krijgen van een schadevergoeding.
Kristian Weinans
KMwienans@benthemgratama.nl
038 428 00 77
Willem Visser