Waarmee kunnen we u helpen?

-

Billijke vergoeding bij wangedrag werkgever | eerste WWZ rechtspraak bekend

billijke vergoeding header

Inmiddels zijn we al weer bijna  6 maanden “onderweg” met de Wet Werk en Zekerheid en zijn de eerste uitspraken verschenen waarin door kantonrechters toch billijke vergoedingen zijn toegekend. Zo kan een billijke vergoeding aan de orde zijn als werkgever zich misdraagt.

Hoe zat het ook al weer: wanneer en hoe wordt de hoogte van de billijke vergoeding bepaald?

Een billijke vergoeding kan (soms naast de wettelijke transitievergoeding) door een kantonrechter worden toegekend in geval van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten.

Het vormgeven van de vergoeding (wanneer wel of niet toekennen, alsmede de hoogte) is door de wetgever aan de rechtspraak overgelaten. De wetgever heeft wel een duidelijke maatstaf voor toekenning van de billijke vergoeding gegeven:

  • deze mag alleen worden toegekend bij wijze van hoge uitzondering (het veelbesproken ‘muizengaatje’).

Er wordt echter geen verdere invulling gegeven aan de geformuleerde maatstaf. Volgens de wetgever moet worden gedacht aan werkgevers die zich vrij fors misdragen en noemt als voorbeelden: discriminatie, ernstig veronachtzamen re-integratieverplichtingen, valse ontslaggrond, en zodanig slechte werkomstandigheden dat daardoor arbeidsongeschiktheid ontstaat. De billijke vergoeding moet in relatie staan tot het ernstig verwijtbaar handelen. De gevolgen van het ontslag voor de werknemer spelen voor de hoogte van de billijke vergoeding geen rol, daar is immers de transitievergoeding al voor bedoeld.

Toekenning van de vergoeding  kan alleen bij verzoekschrift van de werknemer (binnen 2 maanden)

De werknemer dient om toekenning van de vergoeding te vragen. De rechter kan hiertoe niet uit zichzelf overgaan. Het verzoek moet worden gedaan middels het indienen van een verzoekschrift bij de bevoegde rechter binnen 2 maanden nadat de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Dit is een vervaltermijn.

Hoe oordeelt de rechter ?

De rechtspraak bevestigt tot nu toe  de trend dat rechters niet snel zullen oordelen dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. Er zijn Inmiddels een aantal uitspraken verschenen waarbij er een billijke vergoeding is toegekend:

Werkgever laat werknemer achter in een lege BV

Kantonrechter Den Bosch 1 september 2015: In deze zaak liet de werkgever de werknemer als enige achter in een lege BV en betaalde niet langer het loon door, ook niet na daartoe in kort geding te zijn veroordeeld. De werknemer verzoekt om een billijke vergoeding naast de transitievergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De kantonrechter oordeelt dat inderdaad sprake is van ernstig verwijtbaar handelen en kent een vergoeding toe van € 30.000bruto, naast de wettelijke transitievergoeding die ongeveer op hetzelfde bedrag uitkwam.

Verstoorde arbeidsrelatie door ziekte werknemer?

Op 22 september 2015 kent de kantonrechter in Den Bosch een billijke vergoeding toe van € 2.000 bruto. In deze zaak ging het om een werkneemster die een andere functie was gaan vervullen en daarom een nieuwe arbeidsovereenkomst met de werkgever had gesloten. Die nieuwe arbeidsovereenkomst bevatte een proeftijdbeding. De werkneemster meldde zich een dag na de ingangsdatum van de nieuwe arbeidsovereenkomst arbeidsongeschikt, waarna de werkgever de arbeidsovereenkomst met een beroep op het proeftijdbeding had opgezegd. De kantonrechter vernietigde allereerst het proeftijdontslag. Het proeftijdbeding was namelijk niet geldig, want de werkgever had de geschiktheid van de werkneemster al kunnen beoordelen. Op verzoek van de werkgever werd de arbeidsovereenkomst echter alsnog ontbonden, vanwege de inmiddels ontstane verstoorde arbeidsrelatie. De kantonrechter overwoog dat er sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever, omdat de werkgever de arbeidsovereenkomst vanwege de ziekmelding had beëindigd, waarbij werkgever ook nog eens de ziekte in twijfel trok. De kantonrechter kende een billijke vergoeding van € 2.000 toe, net iets meer dan de transitievergoeding.

Werkneemster (63) door toedoen van werkgever verder arbeidsongeschikt

De kantonrechter Rotterdam kent op 16 oktober 2015 een billijke vergoeding toe van € 50.000 bruto bovenop de transitievergoeding van ruim € 16.000 bruto. Vanaf het moment dat werkneemster door gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid minder uren is gaan werken, is de werkgever zich onbehoorlijk en onaanvaardbaar jegens haar gaan gedragen. Dit gedrag bestaat uit onacceptabel taalgebruik, vloeken, schelden, tieren, uitlatingen als ‘ik treiter jou er wel uit’ en het voor haar voeten gooien van dossiers. Werkneemster is door het handelen van werkgever arbeidsongeschikt geraakt. Bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding betrekt de kantonrechter de volgende omstandigheden in haar afweging:

  • De maatschap heeft werkneemster op 63-jarige leeftijd, nadat zij 22 jaren voor de maatschap had gewerkt (waarbij nooit kritiek op haar functioneren is vastgelegd,)zo beledigend bejegend, dan wel laten bejegenen, dat werkneemster zich gedwongen ziet haar arbeidsovereenkomst te beëindigen.
  • Dit heeft voor werkneemster financiële gevolgen. Werkneemster kan nu immers niet blijven werken tot haar pensioengerechtigde leeftijd van 66 jaar, waardoor zij naast loon een aanzienlijk bedrag aan pensioengelden misloopt.
  • Het is niet aannemelijk dat zij, gedeeltelijk arbeidsongeschikt, op haar leeftijd nog elders werk vindt.

Een forse vergoeding is op zijn plaats. Aansluiting wordt gezocht bij de door werkneemster overgelegde – en door de maatschap niet betwiste – berekening van het te verwachten verlies aan inkomen en pensioen, zoals berekend door een belastingadviseur. Ook wordt rekening gehouden met de toe te kennen transitievergoeding.

Werknemer krijgt geen reële kans om functioneren te verbeteren

In de uitspraak van de kantonrechter Alkmaar van 4 november 2015 wordt ook geoordeeld dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens een verstoorde arbeidsrelatie, maar de werkgever handelt ernstig verwijtbaar door werknemer niet een reële kans te bieden om zijn functioneren te verbeteren. Werknemer is ineens op non-actief gesteld zonder voorafgaand besprekingen te voeren en hem te waarschuwen voor zijn houding en gedrag. Er wordt een billijke vergoeding toegekend van € 15.000 bruto naast een transitievergoeding van ruim € 31.000 bruto.

Conclusie

Een billijke vergoeding kan wel degelijk aan de orde zijn als de werkgever zich niet netjes gedraagt en op onterechte gronden ontslag op staande voet verleend of ontbinding verzoekt. Een duidelijke lijn is er voor wat betreft de hoogte van de vergoeding nog niet te trekken uit de tot nu toe onder de WWZ gepubliceerde rechtspraak.

Philine_zw_360Wilt u op de hoogte blijven van de ontwikkelingen omtrent de WWZ?

Middels een speciale nieuwsbrief houden wij u op de hoogte de ontwikkelingen op het gebied van arbeidsrecht.

Meld u hier aan!

Heeft u over deze of andere onderwerpen vragen of wilt u advies? Neem dan gerust eens contact op met één van onze specialisten arbeidsrecht. Zij helpen u graag verder.

 

Auteur: mr. Ph.H. (Philine) Elzerman
E: info@benthemgratama.nl
T: 0384280077

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten