In diverse wetsvoorstellen is in de afgelopen jaren een aantal voorstellen gedaan om de huidige regeling van de partneralimentatie te wijzigen. In het wetsvoorstel dat D66, PvdA en VVD op 19 juni 2015 bij de Tweede Kamer hebben ingediend staat modernisering, vereenvoudiging en het begrip ‘inkomensverlies’ centraal. D66-Kamerlid Magda Berndsen geeft als toelichting:
“De huidige partneralimentatieregeling is toe aan een modernisering. Het is al lang niet meer zo dat de vrouw stopt met werken als ze trouwt en de zorg voor kinderen wordt nu veel meer verdeeld. Als een huwelijk onverhoopt eindigt in een echtscheiding is het belangrijk dat ex-partners minder financieel afhankelijk zijn van elkaar. Het systeem wordt rechtvaardiger en we verwachten dat ex-partners minder vaak naar de rechter hoeven en er minder ruzies ontstaan. Die gaan bijna altijd over geld en daar hebben eventuele kinderen veel last van. (*)’’
Hoe is het nu en hoe wordt het mogelijk straks?
Op grond van de huidige wetgeving zijn ex-echtgenoten over en weer gehouden in elkaars levensonderhoud te voorzien, voor zover daaraan behoefte bestaat. De behoefte is gerelateerd aan de welstand tijdens het huwelijk. Als een van beiden na de scheiding onvoldoende in het eigen levensonderhoud kan voorzien en de andere ex-echtgenoot heeft voldoende draagkracht om daarin bij te dragen, wordt een bijdrage vastgesteld. De huidige duur van de partneralimentatie bedraagt maximaal 12 jaar. In de situatie dat tijdens het huwelijk geen kinderen zijn geboren en het huwelijk korter dan 5 jaar heeft geduurd, is de termijn niet langer dan de duur van het huwelijk. Bij het opstellen van huwelijksvoorwaarden is het nu niet mogelijk om een aanspraak op partneralimentatie uit te sluiten. Het onderwerp partneralimentatie komt bij de echtscheiding altijd ter sprake. In mediation kunnen scheidende echtgenoten o.a. tot in detail afspraken maken over een afbouwregeling in de loop der jaren.
“Het verdienvermogen van de ex-partner zal een grotere rol gaan spelen. Het wetsvoorstel prikkelt om een eigen inkomen te generen. Wel houdt het wetsvoorstel nog steeds nadrukkelijk rekening met hoe de zorg voor kinderen verdeeld wordt en met echtscheidingen na een langdurig huwelijk (*)”.
Het wetsvoorstel geldt niet voor bestaande alimentatieregelingen; deze worden niet aangepast als het wetsvoorstel wordt aangenomen. Het aanpassen van al bestaande verplichtingen zou rechtsonzekerheid creëren en onrechtvaardig zijn. Zo telt voor het verkrijgen van een hypotheek de partneralimentatie nu mee, als dat opeens weg zou vallen ontstaan er grote problemen.
Dat het huidige systeem piept en kraakt en aan modernisering toe is, staat buiten kijf. Steeds meer zien wij tweeverdieners die samen zorg en werk combineren. Ook na een echtscheiding lukt hen dat vaak heel goed. Dat betekent nog niet dat de meer traditionele zorgverdeling (man werkt buitenshuis en vrouw zorgt voor kinderen en huishouding) achter de horizon verdwenen is. Uit de toelichting op het wetsvoorstel (*) blijkt dat het om bedragen van € 400,- per maand gaat in 34 % van de echtscheidingen en van € 400- tot € 800,- in 24 % van de gevallen. Deze bijdrage is voor de alimentatieplichtige fiscaal aftrekbaar en wordt bij de ontvanger belast. De relatief hoge bedragen komen in het overgrote gedeelte van de gevallen niet voor. Bijdrage in de vorm van partneralimentatie kan wel net een steuntje in de rug geven om de periode na een scheiding te kunnen overbruggen.
Of deze wijzigingen daadwerkelijk een rechtvaardiger systeem betekenen waardoor er minder ruzies ontstaan, is wat mij betreft echt de vraag. Het wetsvoorstel veronderstelt dat je als aanstaande echtgenoten of partners al bij het maken van huwelijksvoorwaarden kan overzien in hoeverre je bij een echtscheiding in staat zal zijn om jezelf te bedruipen. Wie kan zover vooruit kijken? Dat je bij huwelijksvoorwaarden redenen hebt om privé vermogen ook echt privé te houden is prima en voelt vaak ook rechtvaardig. Dat je bij huwelijksvoorwaarden afspraken maakt op welke manier het inkomen en vermogen dat tijdens het huwelijk opgebouwd wordt, al dan niet gemeenschappelijk wordt, is ook prima. Maar hoe vaak gebeurt het niet dat mensen na die twee gesprekken bij een notaris geen idee meer hebben wat er in die huwelijksvoorwaarden ook al weer staat? Laat staan dat je kan overzien wat de afspraak is over de aanspraak op partneralimentatie. Je zegt volmondig ‘JA!’ tegen elkaar en gelooft in ‘happily ever after’!
Het wetsvoorstel veronderstelt dat echtgenoten voor, tijdens en na het huwelijk bij een adviseur om tafel gaan zitten om de gevolgen van nieuwe situaties door te spreken. Dat lijkt mij een fictie. Net als bij de afwikkeling van huwelijksvoorwaarden komen de inhoud van die voorwaarden en de consequenties daarvan vaak pas bij een scheiding ter sprake. En dan nog, is een termijn van 5 jaar voldoende om in de meer traditionele rolverdelingen weer de eigen boontjes te kunnen doppen? Moeten echtgenoten zich tijdens het huwelijk meer berekenend en rationeel naar elkaar gaan gedragen?
Vanzelfsprekend kunt u voor al uw vragen over de partneralimentatie, maar ook over andere onderwerpen op het gebied van het familierecht, contact opnemen met een van onze specialisten. Wij helpen u graag verder.
Team familierecht
T: (038) 428 0093
Toelichting op wetsvoorstel:
(*) https://d66.nl/content/uploads/sites/2/2015/06/MemorievanToelichting_partneralimentatie-2.pdf