Waarmee kunnen we u helpen?

-

Contract voor bepaalde tijd eindigt niet altijd automatisch

Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt meestal automatisch – ook wel van rechtswege genoemd – na een vooraf bepaalde periode. Soms is toch opzegging vereist, namelijk op grond van de zogenaamde Ragetlie-regel. In dat geval eindigt het contract voor bepaalde tijd niet van rechtswege. Wij leggen u uit waarom.

 Ragetlieregel

De Ragetlieregel staat beschreven in artikel 7:667 BW en bepaalt dat als een contract voor onbepaalde tijd binnen 3 maanden gevolgd wordt door een contract voor bepaalde tijd toch opzegging (met ontslagvergunning) nodig is. Dit is het geval als het oorspronkelijke contract voor onbepaalde tijd niet door rechtsgeldige opzegging of ontbinding door de rechter is geëindigd, maar er bijvoorbeeld een vaststellingsovereenkomst wordt gesloten.

Hoge Raad: uitspraak 20 december 2013

In deze zaak neemt een werknemer na een dienstverband van bijna 25 jaar zelf ontslag bij zijn werkgever om bij een ander te gaan werken. Binnen een maand nadat de arbeidsovereenkomst is geëindigd, krijgt hij echter spijt. Hij treedt opnieuw, maar dit maal op basis van een jaarcontract, bij zijn oude werkgever in dienst. Dit dienstverband wordt vervolgens nog een keer met een jaar verlengd. Vervolgens deelt de werkgever mee dat dit tweede contract niet verlengd wordt. De werknemer stelt dat voor beëindiging van dat laatste contract voor bepaalde tijd opzegging noodzakelijk is en de werkgever dus over een ontslagvergunning van het UWV dient te beschikken. Om die reden vordert hij doorbetaling van zijn salaris. Hij baseert zich daarbij op de Ragetlie-regel uit artikel 7:667 lid 4 BW.

Rechtsgeldige opzegging?

In dit geval heeft de werknemer zelf zijn arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd opgezegd. De werkgever is van mening dat het hier om een rechtsgeldige opzegging gaat zoals bedoeld in de Ragetlie-regel. In deze situatie zou het tweede jaarcontract van rechtswege eindigen en hoeft de werkgever niet op te zeggen. Zowel de kantonrechter als het gerechtshof zijn het met de werkgever eens.

De Hoge Raad deelt dit oordeel echter niet en verwijst daarbij naar de beoogde bescherming van de Ragetlie-regel. Een contract voor onbepaalde tijd geeft de werknemer ontslagbescherming. In de situatie waarbij
1. een werknemer zelf zijn contract voor onbepaalde tijd opzegt,
2. de werknemer binnen drie maanden weer terugkeert bij zijn oude werkgever, en
3. de werkgever de werknemer op basis van een contract voor bepaalde tijd aanstelt,
wordt de bij de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bestaande ontslagbescherming niet gerealiseerd, aldus de Hoge Raad. De werknemer moet in dit geval beschermd worden, zodat onder rechtsgeldige opzegging alleen wordt verstaan een opzegging door de werkgever. De wetsgeschiedenis duidt niet op een andere bedoeling en er bestaat geen goede aanleiding om onderscheid te maken tussen de beëindiging met wederzijds goedvinden en een opzegging door de werknemer.

Philine_zw_360

Advies

De werkgever moest alsnog naar het UWV of de kantonrechter om de werknemer te kunnen ontslaan. Dit kon de werkgever voorkomen door tussen het einde van de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst en de nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd meer dan drie maanden te laten zitten. In dat geval wordt de Ragetlie-regel immers doorbroken.

Auteur: Philine Elzerman
E: phhelzerman@benthemgratama.nl
T: (038) 4280078

 

U gebruikt een verouderde browser van Internet Explorer die niet meer wordt ondersteund. Voor optimale prestaties raden wij u aan om een nieuwere browser te downloaden. Hiervoor verwijzen wij u door naar:

browsehappy.com sluiten