Veel mensen hebben een hond, of een ander huisdier. Hun hond is vaak heel belangrijk voor hen. Als echtgenoten met een hond gaan scheiden moeten er afspraken gemaakt worden over de vraag wie er voor de hond gaat zorgen en wie de kosten voor het huisdier zal gaan dragen. En soms wil de echtgenoot, die niet dagelijks voor de hond kan zorgen, wel graag geregeld contact hebben met de hond. Gelukkig kunnen veel mensen hierover zelf afspraken maken. Maar als dat niet lukt, of de afspraken worden niet nagekomen, hoe zit dat dan?
Juist gezien de emotionele band die veel mensen met hun hond hebben, is het voor sommige mensen onbegrijpelijk dat tot 1 januari 2013 een dier juridisch werd gezien als een zaak. Met de invoering van de Wet Dieren is dit verandert. In artikel 2a lid 1 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek staat dat dieren geen zaken zijn. In lid 2 van dat artikel staat echter dat de regelgeving met betrekking tot zaken wel op dieren van toepassing is. Een huisdier is dus geen zaak, maar wordt wel zo behandeld bij de afwikkeling van een scheiding.
Net als bij zaken, die het eigendom zijn van een van de echtgenoten, gaat ook een dier mee met zijn eigenaar. Als het niet duidelijk is wie van de echtgenoten de eigenaar is, dan zal uiteindelijk de rechter daarover moeten oordelen. Allerlei feitelijke omstandigheden zijn dan relevant voor de vraag wie als eigenaar heeft te gelden. Er kan gekeken worden naar de vraag wie heeft betaald, of wie als eigenaar in het stamboek, of andere belangrijke papieren staat opgenomen. Soms is het zo dat de beide echtgenoten eigenaar zijn, bijvoorbeeld omdat de echtgenoten in gemeenschap van goederen zijn getrouwd. Indien in dat geval de beide echtgenoten de hond toegedeeld willen krijgen, dan zal er een afweging van de belangen moeten plaatsvinden. Aan de orde komen dan vragen als; wie kan het beste zorgen voor de hond, wie heeft altijd het meest voor de hond gezorgd, bij wie verblijft de hond feitelijk? Uit jurisprudentie blijkt dat bij deze belangenafweging, naast de belangen van partijen, ook naar het belang van het huisdier wordt gekeken. Zo kan bijvoorbeeld van belang zijn dat een van partijen heel weinig thuis is of een (te) kleine woning heeft om het huisdier goed te kunnen houden. Degene aan wie de hond uiteindelijk wordt toebedeeld, dient de helft van de waarde aan de ander te vergoeden.
En wat nu als de partner, waar de hond niet verblijft, ook contactmomenten met de hond wil? Kan daarvoor iets worden afgedwongen? In de praktijk wordt in dergelijke gevallen veelal gesproken over een omgangsregeling met de hond. Formeel zou echter gesproken moeten worden over een gebruiksregeling, want een omgangsregeling heeft betrekking op een kind en niet op een dier. Er kan inderdaad een procedure worden gestart. Dit kan in de vorm van een kort geding of een bodemprocedure. De kans van slagen is echter niet groot. In meerdere uitspraken geeft de rechter aan dat er geen wettelijke voorziening bestaat om een dergelijke gebruiksregeling af te dwingen. Ook het afdwingen van een afgesproken regeling zal zeker niet per definitie slagen. Ook daar wordt uiteindelijk de regeling beoordeeld aan de hand van de wettelijke bepalingen voor zaken en kan de regeling worden opgezegd.
Het houden van een huisdier brengt uiteraard kosten met zich mee. De rechter kan hier rekening mee houden bij het bepalen van de hoogte van de behoefte aan eventuele partneralimentatie. De kosten van het huisdier zijn dan verdisconteerd in de uiteindelijke partneralimentatie. Zo kan de ex-partner dus een vergoeding krijgen voor de kosten die hij/zij moet maken voor de verzorging en het onderhoud van het huisdier. Om de hoogte van dit bedrag te bepalen, wordt gekeken naar de kosten van het huisdier ten tijde van het huwelijk. Rekeningen en afschriften van bijvoorbeeld dierenarts en dierenwinkel kunnen dienen als bewijs voor deze kosten.
Nadat de beslissing om te gaan scheiden is genomen, moeten er veel afspraken gemaakt worden. En soms horen daar ook afspraken over de hond bij. Als er in onderling overleg geen afspraken gemaakt kunnen worden, is het maar de vraag hoe een procedure zal uitvallen. Uiteindelijk heb je de beste positie als je juridisch eigenaar van je hond bent, het is daarom belangrijk om dat goed vast te leggen.
Heb je vragen over dit onderwerp of over andere zaken? Neem dan gerust eens contact op met
Team Familierecht en Erfrecht.
Auteur: mr. Kirsty Selcraig
Email: khpselcraig@benthemgratama.nl
T: (038) 428 0093