Verschillende door overheid te nemen besluiten moeten eerst in ontwerp ter inzage worden gelegd. Denk aan een ontwerpbestemmingsplan of aan een ontwerpomgevingsvergunning voor een milieu-inrichting. Volgens de wet kan een ieder daarover een mondelinge of schriftelijke zienswijze geven. Het betrokken bestuursorgaan beslist vervolgens over het vervolg: het stelt het besluit vast conform het ontwerp of het ziet af van vaststelling.
Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp zijn ook mogelijk. Het bestuursorgaan moet in al die gevallen ingaan op de ingediende zienswijzen. Vaak komen de namen van de indieners van zienswijzen terug in het genomen besluit of in een bijgevoegde ‘zienswijzennota’.
De laatste tijd is er discussie over de vraag of het bestuursorgaan die namen zou moeten weglakken. In 2011 vond de Raad van State in een bestemmingsplankwestie nog dat anonimisering niet hoefde (ABRS 30 november 2011, TBR 2012/50). In 2012 kwam de Raad van State tot een ander oordeel. In de betrokken zaak wilden burgemeester en wethouders van de gemeente Heemstede een geanonimiseerde zienswijzennota niet ongeanonimiseerd openbaar maken. Dit vond genade in de ogen van de Raad van State: de betrokken indieners van zienswijzen werden niet geacht volledig afstand te hebben gedaan van de bescherming van hun persoonlijke levenssfeer door een zienswijze in te dienen. Zie ABRS 5 december 2012, AB 2014/248.
Nog steeds is niet honderd procent duidelijk of anonimisering altijd moet. Sommige burgers willen dat wel. Recent leidde een kwestie rondom de uitbreiding van een moskee in Groningen, waarbij het gemeentebestuur zienswijzen niet had geanonimiseerd, tot enige ophef. Zie Binnenlands Bestuur en een brief van minister Plassterk aan de Tweede Kamer.
Of wilt u bijvoorbeeld meer weten over het indienen van zienswijzen? Neem dan gerust contact op met een van de advocaten op het gebied van Bestuurs- en omgevingsrecht