De afgelopen periode is er veel veranderd in de regelgeving rondom hypothecaire schulden en hypotheekrenteaftrek. Zo wordt bijvoorbeeld sinds 1 januari 2014 de hypotheekrenteaftrek afgebouwd met 0,5% per jaar. Ook de banken hanteren striktere voorwaarden. Een andere verandering is dat sinds 1 januari 2013 er kort gezegd sprake is van een aflossingsverplichting voor nieuwe hypotheekschulden, wil je voor hypotheekrenteaftrek voor die schuld in aanmerking komen. Die aflossing kan een annuïtaire aflossingsverplichting zijn of lineaire.
Deze regeling kan zeker voor scheidende echtgenoten zeer nadelig uitvallen. Indien de ene echtgenoot de woning zou willen overnemen, dient hij of zij het deel van de hypotheekschuld van de andere echtgenoot over te nemen. Dit wordt gezien als het aangaan van een nieuwe hypotheekschuld voor het deel dat wordt overgenomen. Op dat deel is de regeling aangaande de aflossingsverplichting toepasselijk. Er zijn een aantal nadelige gevolgen.
De totale lasten voor een hypothecaire schuld, die verplicht moet worden afgelost (de rente-component èn de aflossingscomponent), zijn in de regel hoger dan de lasten voor een (gedeeltelijke) aflossingsvrije hypothecaire schuld. Gevolg van de regeling kan dan zijn dat de echtgenoot die de woning wil overnemen hiertoe financieel niet in staat is, waardoor de situatie ontstaat dat de woning moet worden verkocht.
Een geforceerde verkoop kan om zowel materiële als immateriële redenen een voor echtgenoten ongewenst gevolg zijn. Dat is zeker het geval als er sprake is van een onderwaarde in de woning. Na verkoop moeten de ex-echtgenoten die restschuld aflossen.
De Vereniging Eigen Huis en de Consumentenbond hebben, gezien de nadelige consequenties voor scheidende partners, daarom gezamenlijk de minister gevraagd om de regeling niet toe te passen bij echtscheiding. Zij hebben daartoe zelfs een concreet voorstel geformuleerd.
Helaas heeft de minister recent, bij brief d.d. 10 juni 2014, laten weten geen uitzondering op de regel te willen maken voor de situatie van relatiebeëindiging. De redenen die de minister daarvoor aandraagt, zijn voorkoming van vergroting van de werkdruk bij de belastingdienst en de – volgens informatie van banken en de belastingdienst – relatief geringe omvang van het probleem.
Het is spijtig dat niet aan scheidende huiseigenaren tegemoet is gekomen. Juist zij krijgen vaak te maken met grote financiële problemen door o.a. een combinatie van hun persoonlijke situatie met de crisis, de gedaalde huizenprijzen en de nieuwe regelgeving.
Auteur: Kirsty Selcraig
E: khpselcraig@benthemgratama.nl
T: (038) 4280093