De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ‘de Afdeling’) heeft in april en mei van dit jaar twee belangwekkende uitspraken gedaan voor het omgevingsrecht. Deze uitspraken volgden na het ‘Varkens in Nood’-arrest van het Hof van Justitie van 14 januari van dit jaar. Het Hof van Justitie kwam in dat arrest tot de conclusie dat de toegang tot de rechter in het Nederlandse bestuursrecht in milieuaangelegenheden te beperkt is en daarom in strijd met het Verdrag van Aarhus. In dit blog sta ik kort stil bij de uitspraken van de Afdeling en de gevolgen voor het omgevingsrecht in de praktijk.
De Afdeling komt in haar uitspraak van 14 april 2021 tot de conclusie dat belanghebbenden de toegang tot de bestuursrechter in uniforme openbare voorbereidingsprocedures niet mag worden beperkt, als belanghebbenden opkomen tegen besluiten die omgevingsrechtelijke geschillen betreffen. Kortgezegd houdt dit in dat een belanghebbende niet hoeft deel te nemen aan de voorbereidingsfase van een besluit met betrekking tot de ruimtelijke ordening om later toch tegen dit besluit bij de bestuursrechter op te komen.
Ter illustratie betekent dit dat belanghebbenden voortaan beroep kunnen instellen tegen een vastgesteld bestemmingsplan, zonder in de voorfase een zienswijze tegen dit plan te hebben ingediend. Indien belanghebbenden in de voorbereidingsprocedure wél een zienswijze hebben ingediend tegen een één of meerdere onderdelen van het ontwerpbesluit, mogen zij in beroep gaan tegen alle onderdelen die in het besluit behandeld worden. De Afdeling kiest daarbij voor een ruimhartige uitleg voor de rechtsbescherming van burgers, totdat de wetgever de wet aanpast conform het Verdrag van Aarhus. Voor alle omgevingsrechtelijke zaken waarin de uitgebreide uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing is, zal het daarom mogelijk zijn voor belanghebbenden om toegang tot de bestuursrechter te zoeken. Deze lijn van de Afdeling geldt in ieder geval tot het moment dat de wetgever de wet op dit punt heeft hersteld.
Op 4 mei 2021 legt – en breidt – de Afdeling de hierboven ingezette lijn nog verder uit. De Afdeling oordeelt dat aan degene die een zienswijze tegen een omgevingsrechtelijk ontwerpbesluit heeft ingediend, in beroep bij de bestuursrechter niet zal worden tegengeworpen dat hij geen belanghebbende is. Deze verruiming zal in ieder geval gelden, totdat de wetgever de wet op dit punt heeft gewijzigd. Dit geldt ook voor een niet-belanghebbende die verschoonbaar geen of te laat een zienswijze heeft ingebracht tegen het ontwerpbesluit. Wel voegt de Afdeling toe dat beroepsgronden van diegene die als niet-belanghebbende toegang tot de bestuursrechter verkrijgt, vaak tegen het relativiteitsbeginsel aan zal lopen, waardoor het beroep niet zal kunnen leiden tot een vernietiging van het bestreden besluit. Per geval dient dus door de bestuursrechter worden beoordeeld of de bescherming waarop een rechtszoekende partij zich beroept, de normen van de wettelijke bepaling waarop een beroep wordt gedaan, strekt tot de bescherming van de belangen van de rechtszoekende.
De uitspraken van de Afdeling hebben grote gevolgen voor de rechtspraktijk met betrekking tot omgevingsrechtelijke besluiten. De medaille kent echter twee kanten. Aan de ene kant valt het toe te juichen dat de toegang tot de bestuursrechter door omwonenden van gebieden die in ontwikkeling zijn door de hoogste bestuursrechter wordt beschermd. Voor omwonenden is de toegang tot de bestuursrechter niet verspeeld, indien de mogelijkheid bestond dat er een zienswijze werd ingediend, maar dit niet is gedaan. Aan de andere kant brengt deze lijn een grote onzekerheid mee voor projectontwikkelaars en vergunninghouders. Na de zienswijzefase kan het immers zijn dat anderen dan degenen die een zienswijze hebben ingediend, beroep instellen bij de bestuursrechter en andere argumenten aanvoeren. In de zienswijzefase kan daar niet op geanticipeerd worden.
Voor initiatiefnemers is het daarom van belang om zo veel mogelijk partijen te betrekken in de voorbereidingsfase van geplande ontwikkelingen om bezwaren en vragen weg te nemen of te beantwoorden. Dit zal voor de initiatiefnemer onzekerheid in de verdere procedure in grote mate kunnen wegnemen.
Heeft u vragen over ontwikkelingen in het omgevingsrecht of welke gevolgen deze uitspraken hebben voor uw specifieke situatie? Neem contact op met onze specialisten van onze sector Agrarisch & Grondzaken.
auteur:
Jop van Heijningen
038 4280077
jvanheijningen@benthemgratama.nl