Een verjaringstermijn is een termijn waarbinnen u of uw advocaat actie moet ondernemen richting de wederpartij. Doet u dat niet, dan verjaart uw vordering.
In de wet zijn verschillende verjaringstermijnen opgenomen. Voor een groot deel van de vorderingen geldt een verjaringstermijn van 5 jaar. Dit is onder andere het geval voor de betaling van geldsommen, lijfrenten, dividenden, huren, pachten en alles wat per jaar of binnen een kortere termijn moet worden betaald.
U kan de verjaring onderbreken door middel van ‘stuiting’. In dat geval gaat er een nieuwe verjaringstermijn lopen. Stuiting van de verjaring kan op verschillende manieren plaatsvinden. Benthem Gratama kan u hierbij behulpzaam zijn.
Eén van die manieren van stuiting van de verjaring van een vordering is het uitbrengen van een dagvaarding of een verzoekschrift. Dit zijn processtukken waarmee een procedure wordt gestart en waarin de eis is geformuleerd. Besef hierbij wel dat als de ingestelde eis onverhoopt niet tot toewijzing leidt, de wet aangeeft dat dan de stuiting geacht wordt niet te hebben plaatsgevonden. Een uitzondering hierop is als binnen een in de wet bepaalde termijn een nieuwe eis wordt ingesteld en deze wel tot toewijzing leidt. De wet is hierin erg strikt.
Sinds 1 januari 2015 zijn enkele wetsartikelen gewijzigd (artikel 3:316 lid 4 BW jo. 3:319 lid 3 BW). Vanaf dit jaar geldt dat de verjaring ook wordt gestuit wanneer een ingestelde eis niet wordt toegewezen als de arbiter of de rechter zich onbevoegd heeft verklaard doordat een geldige arbitrageovereenkomst al dan niet bestaat, alsmede die desbetreffende uitspraak onherroepelijk is geworden.
Het is belangrijk dat u er rekening mee houdt dat een verjaringstermijn ook korter kan zijn dan 5 jaar(!). Voor verschillende onderwerpen gelden verschillende verjaringstermijnen. Wij adviseren u om contact op te nemen met een advocaat als het gaat om een verjaringstermijn en eventuele stuiting daarvan.
Heeft u vragen over deze of andere onderwerpen? Neem gerust contact met ons op.