Op het moment dat een schuldenaar de rekeningen niet meer (kan) betalen, kan een faillissement worden aangevraagd door de schuldenaars, schuldeisers of het Openbaar Ministerie. Het faillissement wordt uitgesproken door de rechtbank die zowel een curator als een rechter-commissaris aanstelt.
Met het uitspreken van het faillissement verliest de schuldenaar de bevoegdheid om over zijn vermogen te kunnen beschikken en dit te mogen beheren. De curator neemt deze rol over. De rechter-commissaris houdt toezicht op de curator.